LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.
Titel 4. Het personeel van een filiaal
Hoofdstuk 3. De erkenning van de personeelsleden
Afdeling 2. De erkenningsprocedure
Art. 107.
§1. Een personeelslid mag pas effectief diensten verrichten in een filiaal van een rijschool nadat het personeelslid aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1° door de minister of zijn gemachtigde erkend zijn;
2° in het personeelsregister, vermeld in artikel 131, §1, ingeschreven zijn.
In afwijking van het eerste lid mag een administratieve medewerker als vermeld in artikel 54, pas effectief diensten verrichten in een filiaal van een rijschool als hij voldoet aan de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2°.
§2. Om de erkenning, vermeld in paragraaf 1, 1°, te krijgen, dient de rijschooldirecteur, voor zichzelf of voor het nieuwe personeelslid, bij het bestuur op elektronische wijze of op papier een aanvraag tot erkenning in, waarvan het bestuur het model bepaalt.
De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd:
1° voor de rijschooldirecteur, een lesgever of een stagiair: een uittreksel uit het strafregister model 2 dat maximaal drie maanden oud is of, in voorkomend geval, de documenten die maximaal drie maanden oud zijn en die zijn uitgereikt door de bevoegde overheid in de lidstaat van oorsprong, waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 105, §1, 1° en 2°;
2° voor de kantoorverantwoordelijke: een uittreksel uit het strafregister model 2 dat maximaal drie maanden oud is of, in voorkomend geval, de documenten die maximaal drie maanden oud zijn en die zijn uitgereikt door de bevoegde overheid in de lidstaat van oorsprong, waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarde, vermeld in artikel 105, §1, 1°;
3° voor de personen die belast zijn met het praktijkonderricht: een kopie van het rijbewijs;
4° voor de personen die belast zijn met het praktijkonderricht: het attest, vermeld in artikel 44, §5, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998, of, in voorkomend geval, de documenten die zijn uitgereikt door de bevoegde overheid in de lidstaat van oorsprong, waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarde, vermeld in artikel 105, §1, 4°, van dit besluit.
De minister of zijn gemachtigde deelt uiterlijk één maand nadat hij de aanvraag heeft ontvangen, aan de rijschooldirecteur mee of de aanvraag al dan niet volledig is.
Als de aanvraag onvolledig is, behandelt de minister of zijn gemachtigde de aanvraag pas nadat hij de ontbrekende informatie heeft ontvangen.
De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand nadat een volledige aanvraag is ingediend, een beslissing om het nieuwe personeelslid al dan niet te erkennen.
De minister of zijn gemachtigde kan de termijn waarin hij zijn beslissing moet nemen, verlengen met één maand. Hij brengt de rijschooldirecteur daarvan op de hoogte.
Als er geen beslissing wordt genomen binnen de opgelegde termijn, geldt het ontbreken van een beslissing als een beslissing van aanvaarding.
Het bestuur reikt voor elk personeelslid dat wordt erkend, een bewijs van de erkenning uit, waarvan de minister het model bepaalt, en verleent het personeelslid een erkenningsnummer.
Art. 108.
Rijonderricht dat wordt gegeven door een lesgever of een stagiair voor hij door de minister of zijn gemachtigde erkend is, is ongeldig.
Getuigschriften van theorie- of praktijkonderricht of bekwaamheidsgetuigschriften die ondertekend zijn door personeelsleden die niet bevoegd zijn daarvoor conform artikel 158, eerste lid, of die ondertekend zijn door personeelsleden voor ze door de minister of zijn gemachtigde zijn erkend, zijn ongeldig.
Art. 109.
De rijschooldirecteur deelt onmiddellijk alle wijzigingen in de situatie van personeelsleden mee aan het bestuur op de wijze die het bestuur bepaalt.
Art. 110.
De rijschooldirecteur deelt de uitdiensttreding van een personeelslid op elektronische wijze mee aan het bestuur binnen acht dagen vanaf de datum van de uitdiensttreding.