LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.
Titel 4. Het personeel van een filiaal
Hoofdstuk 2. De toelatingen
Afdeling 2. De lestoelating
Onderafdeling 6. De aanvraagprocedure
Art. 85.
De kandidaat-lesgever die een lestoelating wil verkrijgen, dient bij het bestuur op elektronische wijze of op papier een aanvraag in, waarvan het bestuur het model bepaalt.
Bij de aanvraag voegt de kandidaat-lesgever de volgende documenten:
1° een uittreksel uit het strafregister model 2 dat maximaal drie maanden oud is als er sinds de aanvraag tot inschrijving voor de proef modelles, vermeld in artikel 81, eerste lid, meer dan drie maanden verstreken zijn;
2° een kopie van het rijbewijs van de kandidaat-lesgever.
De minister of zijn gemachtigde deelt uiterlijk één maand nadat hij alle bewijsstukken heeft ontvangen, aan de kandidaat-lesgever mee of de aanvraag al dan niet volledig is.
Als de aanvraag onvolledig is, behandelt de minister of zijn gemachtigde de aanvraag pas nadat hij de ontbrekende informatie heeft ontvangen.
De minister of zijn gemachtigde neemt binnen één maand nadat een volledige aanvraag is ingediend, een beslissing om al dan niet een lestoelating uit te reiken.
De minister of zijn gemachtigde kan de termijn waarin hij zijn beslissing moet nemen, verlengen met één maand. Hij brengt de kandidaat-lesgever daarvan op de hoogte.
Als er geen beslissing wordt genomen binnen de opgelegde termijn, geldt het ontbreken van een beslissing als een beslissing van aanvaarding.
Art. 86.
§1. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om een lestoelating II uit te reiken, worden de volgende documenten, waarvan de minister het model bepaalt, uitgereikt:
1° het getuigschrift van beroepsbekwaamheid als lesgever praktijkonderricht voor het besturen van voertuigen van categorie B en G;
2° de lestoelating II.
§2. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om een lestoelating III uit te reiken, worden de volgende documenten, waarvan de minister het model bepaalt, uitgereikt:
1° het getuigschrift van beroepsbekwaamheid als lesgever theorieonderricht;
2° de lestoelating III.
§3. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om een lestoelating IV uit te reiken, worden de volgende documenten, waarvan de minister het model bepaalt, uitgereikt:
1° het getuigschrift van beroepsbekwaamheid als lesgever praktijkonderricht voor het besturen van voertuigen van categorie AM, A1, A2 en A;
2° de lestoelating IV.
§4. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om een lestoelating V uit te reiken, worden de volgende documenten, waarvan de minister het model bepaalt, uitgereikt:
1° het getuigschrift van beroepsbekwaamheid als lesgever praktijkonderricht voor het besturen van voertuigen van categorie B+E, C1, C, C1+E, C+E, D1, D1+E, D en D+E;
2° de lestoelating V.
§5. Als de minister of zijn gemachtigde beslist om een lestoelating VI uit te reiken, worden de volgende documenten, waarvan de minister het model bepaalt, uitgereikt:
1° het getuigschrift van beroepsbekwaamheid als lesgever praktijkonderricht voor het besturen van voertuigen van categorie B+E;
2° de lestoelating VI.