LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.
Titel 4. Het personeel van een filiaal
Hoofdstuk 2. De toelatingen
Afdeling 3. De toelating in het kader van de erkenning van Europese beroepskwalificaties
Onderafdeling 1. Algemeen
Art. 87.
De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de rijschooldirecteurs, de lesgevers en de kantoorverantwoordelijken die een aanvrager zijn als vermeld in artikel 3, §1, 16°, van het decreet van 24 februari 2017.
Onderafdeling 2. De vrije dienstverrichting
Art. 88.
De lesgever die aan de voorwaarden, vermeld in artikel 15 en 16 van het decreet van 24 februari 2017 , beantwoordt, brengt de minister of zijn gemachtigde conform artikel 18 van het voormelde decreet op de hoogte.
De volgende documenten worden gevoegd bij de verklaring, vermeld in artikel 18, §1, van het voormelde decreet:
1° een bewijs van de nationaliteit van de lesgever;
2° een attest waaruit blijkt dat de lesgever rechtmatig in een lidstaat is gevestigd en dat hem daar geen enkel, zelfs geen tijdelijk, beroepsuitoefeningsverbod is opgelegd;
3° een bewijs van de beroepskwalificaties van de lesgever;
4° voor de gevallen, vermeld in artikel 16, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet: ieder mogelijk bewijs dat de lesgever de tien voorafgaande jaren zijn activiteiten gedurende ten minste twee jaar heeft uitgeoefend.
Bij iedere wezenlijke wijziging van de situatie die door de documenten, vermeld in het tweede lid, gestaafd worden, bezorgt de betrokken persoon de nieuwe documenten die de wijziging staven, aan de minister of aan zijn gemachtigde. Die documenten worden binnen drie maanden vanaf de datum van de daadwerkelijke wezenlijke wijziging bezorgd.
Art. 89.
Voor iedere dienstverrichting vraagt de minister of zijn gemachtigde aan de bevoegde overheid van de lidstaat van vestiging iedere relevante informatie over de rechtmatigheid van de vestiging en het goede gedrag van de lesgever, alsook iedere informatie over het ontbreken van eventuele tuchtrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen met betrekking tot de beroepsuitoefening, in het bijzonder de strafrechtelijke veroordelingen die in de lidstaat van vestiging overeenkomen met de strafrechtelijke veroordelingen, vermeld in artikel 105, §1, 1° en 2°.
Onderafdeling 3. De vestigingsvrijheid
Art. 90.
De minister of zijn gemachtigde die met toepassing van artikel 24 van het decreet van 24 februari 2017 uitspraak doet over een aanvraag om toestemming te krijgen om het beroep van rijschooldirecteur, lesgever of kantoorverantwoordelijke uit te oefenen, vraagt de volgende documenten aan de kandidaat-rijschooldirecteur, kandidaat-lesgever of kandidaat-kantoorverantwoordelijke:
1° een bewijs van de nationaliteit van de rijschooldirecteur, de lesgever of de kantoorverantwoordelijke;
2° een kopie van het beroepsbekwaamheidsattest dat of de opleidingstitel die toegang verleent tot het beroep van rijschooldirecteur, lesgever of kantoorverantwoordelijke, alsook, in de gevallen, vermeld in artikel 24, §2, van het decreet van 24 februari 2017, het bewijs van beroepservaring van de rijschooldirecteur, de lesgever of de kantoorverantwoordelijke;
3° de documenten die zijn afgegeven door de bevoegde overheid in de lidstaat van oorsprong en waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in artikel 105 van dit besluit.
Art. 91.
Als de minister of zijn gemachtigde op grond van artikel 24 van het decreet van 24 februari 2017 de toegang tot het beroep van rijschooldirecteur, lesgever of kantoorverantwoordelijke verleent, geeft hij, naargelang het geval:
1° de directietoelating, vermeld in artikel 63, 2°, van dit besluit;
2° een lestoelating, vermeld in artikel 86, §1, 2°, §2, 2°, §3, 2°, §4, 2°, of §5, 2°, van dit besluit;
3° de administratietoelating, vermeld in artikel 100, 2°, van dit besluit.
De minister of zijn gemachtigde kan binnen de grenzen van artikel 25 van het decreet van 24 februari 2017 van de aanvrager eisen dat hij een aanpassingsstage doorloopt of een bekwaamheidsproef aflegt.
Onderafdeling 4. De retributies
Art. 92.
Bij de afgifte van de directie-, les- of administratietoelating als vermeld in artikel 91, eerste lid, is een retributie van 150 euro verschuldigd om de bestuurs-, controle- en toezichtskosten te dekken.
Het bestuur int de retributie op de wijze die in het betalingsverzoek bepaald is.
Het bedrag van de retributie is gekoppeld aan het indexcijfer van de gezondheidsindex dat op 31 december 2019 is bereikt. Het bedrag wordt op 1 januari van elk jaar aangepast aan het indexcijfer van de gezondheidsindex dat op 31 december van het voorgaande jaar bereikt is en wordt tot op de dichtstbijzijnde euro naar beneden afgerond.
De retributie is niet terugbetaalbaar.