LET OP, dit ontwerp wordt NIET ingevoerd,
dit is een archief tekst.
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor het rijonderricht en de erkende rijscholen.
Titel 4. Het personeel van een filiaal
Hoofdstuk 3. De erkenning van de personeelsleden
Afdeling 1. De voorwaarden voor de personeelsleden
Art. 105.
§1. De personeelsleden die rijonderricht geven, voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° niet bij een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing veroordeeld zijn voor een van de volgende soort inbreuken:
a) een inbreuk als vermeld in boek 2, titel III, titel VII, hoofdstuk V en VI, titel VIII, hoofdstuk I, en titel IX, hoofdstuk I en II, van het Strafwetboek;
b) een inbreuk als vermeld in artikel 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 37bis, 47, 48 of 49 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968;
c) een inbreuk op de bepalingen van dit besluit;
2° niet vervallen zijn of vervallen geweest zijn van het recht om een motorvoertuig te besturen. Dat verbod is evenwel niet van toepassing bij uitwissing van de veroordeling of bij herstel in eer en rechten, op voorwaarde dat voldaan is aan de onderzoeken die de rechter kan opleggen met toepassing van artikel 38 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968;
3° geen functie of betrekking uitoefenen in de examencentra die georganiseerd zijn door de instellingen voor de automobielinspectie, erkend conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen of bij een rechtspersoon die deze laatsten groepeert, niet als tolk bij het theoretische of praktische examen optreden, en geen functie of betrekking bij het bestuur uitoefenen;
4° voor de personen die belast zijn met het praktijkonderricht: het geneeskundige onderzoek, vermeld in artikel 43 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998, ondergaan hebben;
5° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 18 of 26 van dit besluit;
6° gedurende ten minste drie jaar houder zijn van een rijbewijs dat is uitgereikt door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en dat geldig is om voertuigen van categorie B of van een evenwaardige categorie te besturen. De personen die het praktijkonderricht geven om voertuigen van categorie AM, A1, A2 en A te besturen, zijn gedurende ten minste drie jaar houder van een rijbewijs dat is uitgereikt door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en dat geldig is om voertuigen van categorie A of een evenwaardige categorie te besturen. De personen die het praktijkonderricht geven voor categorie B+E, zijn ten minste drie jaar houder van een rijbewijs dat is uitgereikt door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en dat geldig is om voertuigen van categorie B+E te besturen. De personen die het praktijkonderricht geven voor categorie C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D en D+E zijn gedurende ten minste drie jaar houder van een rijbewijs dat is uitgereikt door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en dat geldig is om voertuigen van categorie C+E of D+E te besturen.
§2. De personen die de rijschool wettig vertegenwoordigen, de rijschooldirecteur, de administratieve medewerkers en de kantoorverantwoordelijke voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, 1° en 3°.
Naast de voorwaarden in het eerste lid voldoet de rijschooldirecteur ook aan de voorwaarde, vermeld in paragraaf 1, 2°.
De rijschooldirecteur en de kantoorverantwoordelijke zijn houder van de vereiste geldige toelating, vermeld in artikel 49, tweede lid, en artikel 55, eerste lid.
Art. 106.
Voor een rijschooldirecteur een nieuw personeelslid aanneemt om diensten te verrichten in een filiaal van de rijschool, controleert hij of die persoon, naargelang het geval, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 105, §1, §2, eerste lid, tweede lid of derde lid.
Voor een rijschooldirecteur een stagiair toelaat om stage te volgen in een filiaal van de rijschool, controleert hij of die persoon voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 105, §1.