1 DECEMBER 1975. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Titel III. Verkeerstekens
Hoofdstuk II: Verkeersborden
Artikel 70. Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren
70.1. De verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren worden hierna afgebeeld. Zij mogen alleen worden aangevuld met het symbool of een van de opschriften voorzien voor iedere categorie van verkeersborden.
70.2.1. Verkeersborden voor parkeer- en stilstandverbod, verkeersborden voor beurtelings parkeren en verkeersborden die het parkeren toelaten of regelen.
1° Verkeersborden voor parkeer- en stilstandverbod.
E1
Parkeerverbod.
E3
Stilstaan en parkeren verboden.
Een opschrift mag de periode aanduiden tijdens dewelke het verbod geldt.
Vb.
- van 7 tot 19 u
- van maandag tot vrijdag
- van 7 tot 19 u
 van maandag tot vrijdag
Een opschrift of een symbool voorzien in artikel 65.2, tweede lid, 70.2.1, 3° en 72.6, mag de categorie van voertuigen aanduiden waarvoor het verbod geldt.
2° Verkeersborden voor beurtelings parkeren.
E5
Parkeerverbod van de 1e tot de 15e van de maand.
E7
Parkeerverbod van de 16e tot het einde van de maand.
a) Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19 u 30 en 20 u.
b) Een onderbord waarbij de parkeerschijf is afgebeeld, duidt aan dat de parkeertijd beperkt is langs de kant waar het parkeren toegelaten is, en dat de schijf moet gebruikt worden.
Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
Een onderbord met de vermelding "betalend" duidt aan dat de bestuurder de betaalparkeerkaart moet gebruiken.
De vermelding "betalend" wordt aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
3° Verkeersborden die het parkeren toelaten of regelen.
E9a
Parkeren toegelaten.
E9b
Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen.
E9c
Parkeren uitsluitend voor lichte vrachtautos en vrachtautos.
E9d
Parkeren uitsluitend voor autocars.
E9e
Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir.
E9f
Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir.
E9g
Verplicht parkeren op de rijbaan.
E9h
Parkeren uitsluitend voor kampeerauto's.
E9i
Parkeren uitsluitend voor motorfietsen.
E9j
Parkeren voorbehouden voor fietsen van 7u30 tot 18u00 en voor motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen van 18u00 tot 7u30.
Een opschrift of een symbool voorzien in artikel 70.2.1, 3° en 72.6, duidt de categorie van voertuigen of de specifieke parkeerregeling aan.
Een opschrift duidt de tijdspanne van het voorbehouden parkeren of van de specifieke parkeerregeling aan.
Het opschrift of het symbool mag ook op een onderbord worden afgebeeld.
a) Een opschrift kan aanduiden :
* de maximumduur van het toegelaten of voorbehouden parkeren.
vb. - 30 min.
- van 9 tot 12 u
* een parkeerbeperking.
vb. - uitgezonderd maandag van 7 tot 19 u.
* de categorie van voertuigen voor dewelke het parkeren voorbehouden is.
vb. - Taxi's
- 5 t. max
De aanduiding van een gewichtsbeperking heeft betrekking op de maximale toegelaten massa.
b) Een onderbord waarop de parkeerschijf is afgebeeld, duidt aan dat de parkeertijd beperkt is en dat de schijf moet gebruikt worden.
Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
De parkeerschijf mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden.
c) Een onderbord waarop het hiernavolgend symbool is afgebeeld, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap.
Het symbool mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden.
d) een onderbord met de vermelding "parkeerkaart", "bewoners" of "autodelen" duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen waarop op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, respectievelijk de gemeentelijke parkeerkaart, de bewonerskaart of de parkeerkaart voor autodelen is aangebracht.
Deze vermelding mag aangevuld worden met de aanduiding van de periode tijdens dewelke het parkeren voorbehouden is.
e) een onderbord met de vermelding "ticket" duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waarop het parkeren slechts toegelaten is volgens de gebruiksmodaliteiten van een ticket afleverende parkeermeter.
f) een onderbord van het model M1, M8 en M19 tot M24, bedoeld in artikel 65.2, geeft, naargelang het geval, de plaatsen aan waar fietsen, voortbewegingstoestellen en tweewielige bromfietsen, gedeeld of niet, mogen geplaatst worden.
g) een onderbord met de vermelding "betalend" duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waar het parkeren geschiedt overeenkomstig de bepalingen van artikel 27.3.
De vermelding "betalend" mag aangevuld worden met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
h) Een onderbord waarop het hiernavolgend symbool is afgebeeld, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor elektrische of hybride elektrische voertuigen.
Elektrische of hybride elektrische voertuigen. Op plaatsen voorzien van een publieke laadinfrastructuur, moeten de elektrische of hybride elektrische voertuigen geconnecteerd zijn met die laadinfrastructuur.
De categorie van voertuigen mag worden afgebeeld op dit onderbord.
Voorbeeld :
Meerdere categorieën van voertuigen mogen op dit onderbord worden vermeld.
Het symbool, met of zonder de categorie of categorieën van voertuigen, mag op het verkeersbord van het type E9 afgebeeld worden.
i) Het onderbord M19 bedoeld in artikel 65.2, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor speed pedelecs.
j) Het onderbord M20 bedoeld in artikel 65.2 duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor fietsen en speed pedelecs.
k) een onderbord waarop het hiernavolgend symbool is afgebeeld, duidt aan dat de plaats is voorbehouden voor het laden en lossen van goederen.
70.2.2. Geldigheid van de verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9j.
1° De verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9j gelden langs de kant van de openbare weg waar zij geplaatst zijn en vanaf het verkeersbord tot het volgende kruispunt.
De verkeersborden E1 en E3 gelden op de rijbaan en op de berm. Wanneer deze verkeersborden worden aangevuld met een onderbord van het model M1, M8 en M19 tot M24, bedoeld in artikel 65.2, gelden ze op het trottoir, behalve op de parkeerplaatsen bedoeld in de artikelen 70.2.1., 3°, f) en 77.5, tweede lid.
De verkeersborden E5 en E7 gelden op de rijbaan.
De verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9j worden aangevuld met de hiernavolgende borden:
a) begin van de reglementering
b) einde van de reglementering
Wanneer het verbod of de toelating ophoudt vóór het volgend kruispunt, wordt de plaats waar de reglementering eindigt, aangewezen door een verkeersbord gelijkaardig aan het verkeersbord dat het begin aanwijst, aangevuld met bovenaangeduid bord.
Het einde van de reglementering wordt evenwel niet aangeduid :
in het geval voorzien onder c) hierna;
wanneer het samenvalt met het begin van een andere reglementering van het stilstaan of het parkeren.
c) reglementering over een korte afstand
Bovenaangeduid bord vult het verkeersbord aan dat het begin van de reglementering aanwijst en vermeldt de afstand waarover het verbod of de toelating geldt.
d) reglementering over een lange afstand
Bovenaangeduid bord vult een verkeersbord aan, gelijkaardig aan het verkeersbord dat het begin van de reglementering aanwijst en dat bij wijze van herhaling geplaatst wordt.
2° In afwijking van de bepalingen onder 1° gelden de verkeersborden E9a tot E9d en E9h tot E9j, die een parking aanduiden, alleen op deze parking.
Zij worden op de meest geschikte plaatsen aangebracht en worden niet aangevuld met witte borden met zwarte pijl.
70.3. Verkeersbord voor beurtelings parkeren in een bebouwde kom.
E11
Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom
a) Dit verkeersbord wordt boven het verkeersbord F1, F1a of F1b geplaatst.
b) Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19 u 30 en 20 u.