1 DECEMBER 1975. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Titel III. Verkeerstekens
Hoofdstuk I: Verkeerslichten
Artikel 62ter. Bijzondere verkeerslichten voor het regelen van het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
De verkeerslichten in de vorm van balken, cirkels en driehoeken, in het wit op een zwarte achtergrond, dienen om het verkeer te regelen van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
Zij hebben de volgende betekenis :
31° een horizontale balk heeft dezelfde betekenis als het rood licht bepaald in artikel 61.1.1°;
22° een cirkel heeft dezelfde betekenis als het vast oranjegeel licht bepaald in artikel 61.1.2°;
3° een omgekeerde driehoek heeft dezelfde betekenis als het groene licht bepaald in artikel 61.1.3°;
34° een verticale balk geeft de toelating om alleen rechtdoor te rijden;
35° een 45° schuin naar links of naar rechts gerichte balk geeft toelating om alleen in de richtingen die door de balk worden aangeduid, voort te rijden;
6° een knipperende cirkel heeft dezelfde betekenis als een oranjegeel knipperlicht.
De betekenis van deze bijzondere verkeerslichten kan ten behoeve van de fietsers en de bestuurders van speed pedelecs worden gewijzigd door middel van een verkeersbord van model B22 en B23 als bedoeld in artikel 67.3.
De betekenis van deze bijzondere verkeerslichten kan ten behoeve van de fietsers en de bestuurders van tweewielige bromfietsen worden gewijzigd door middel een bijkomend oranje-geel knipperend licht met een fietssilhouet en met een oranje-gele knipperende pijl, bedoeld in artikel 61.1, 9°.