4 MEI 2007. - Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E.
Titel II. De vakbekwaamheid
Hoofdstuk 2. Het bewijs van vakbekwaamheid
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 6
§ 1. Vakbekwaam voor de groep C is de bestuurder die geslaagd is voor het examen basiskwalificatie, voor het gecombineerd examen of voor het aanvullend examen voor het besturen van een voertuig van groep C of die hiervan is vrijgesteld overeenkomstig artikel 5, § 1, 2° en die voldoet aan de bepalingen van dit besluit betreffende de nascholing.
Vakbekwaam voor de groep D is de bestuurder die geslaagd is voor het examen basiskwalificatie, voor het gecombineerd examen of voor het aanvullend examen voor het besturen van een voertuig van groep D of die hiervan is vrijgesteld overeenkomstig artikel 5, § 2, 2° en die voldoet aan de bepalingen van dit besluit betreffende de nascholing.
§ 2. Ten bewijze van het bezit van de vakbekwaamheid wordt op het document bedoeld in artikel 8, § 1 of op de kwalificatiekaart bestuurder bedoeld in bijlage 3, een code 95 aangebracht.
Artikel 7
§ 1. De minimumleeftijd voor het verkrijgen van een bewijs van vakbekwaamheid C is vastgesteld op 18 jaar. De minimumleeftijd voor het verkrijgen van een bewijs van vakbekwaamheid D is vastgesteld op 21 jaar.
§ 2. Evenwel kan elke kandidaat van tenminste 18 jaar een bewijs van vakbekwaamheid D verkrijgen dat enkel geldig is voor geregeld vervoer waarvan het traject ten hoogste 50 kilometer bedraagt.
Elke kandidaat van tenminste 20 jaar kan een bewijs van vakbekwaamheid D verkrijgen dat enkel geldig is voor personenvervoer.
§ 3. Het loutere feit van het bereiken van de leeftijd van 20 jaar doet de voorwaarde vermeld in § 2, eerste lid vervallen.
Het loutere feit van het bereiken van de leeftijd van 21 jaar doet de voorwaarde vermeld in § 2, tweede lid vervallen.
§ 4. [ ... ] Opgeheven