11 MEI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.
TITEL II. BREVETTEN VAN BEROEPSBEKWAAMHEID
Hoofdstuk IV. Examencommissie
Artikel 34
§ 1. Er wordt een examencommissie voor de brevetten van beroepsbekwaamheid opgericht.
De examencommissie mag niet meer dan 25 % van haar leden tellen die houder zijn van een brevet I.
§ 2. De Minister of zijn gemachtigde benoemt de leden van de examencommissie voor een termijn van een jaar. Na dit jaar wordt de benoeming van rechtswege voor één jaar hernieuwd, behalve bij een andersluidende beslissing. Wanneer in de examencommissie een mandaat onbezet raakt, blijft de persoon, benoemd in de loop ervan, benoemd voor de overblijvende duur.
De criteria en de procedure van selectie van de leden van de examencommissie worden vastgelegd in bijlage 4.
Zodra de leden van de examencommissie 70 jaar worden, wordt er van rechtswege een einde aan hun functies gesteld.
§ 3. De Minister of zijn gemachtigde wijst onder de leden van de examencommissie een voorzitter aan, alsook een ondervoorzitter, en een vertegenwoordiger van de Minister, titularis van een graad van niveau A.
De Minister of zijn gemachtigde benoemt de secretarissen en de helpers van de examencommissie voor een termijn van vijf jaar. Na die vijf jaar wordt de benoeming van rechtswege voor vijf jaar hernieuwd, behalve bij een andersluidende beslissing. Wanneer in de examencommissie een mandaat onbezet raakt, blijft de persoon die in de loop ervan benoemd wordt, benoemd voor de overblijvende duur.
Artikel 35
§ 1. De voorzitter, de leden, de secretaris en de helpers van de examencommissie krijgen een vergoeding, waarvan het bedrag als volgt wordt samengesteld:
1° aan de voorzitter en de leden wordt een vergoeding van 17,50 euro per gepresteerd halfuur toegekend;
2° aan de secretaris wordt een vergoeding van 8 euro per gepresteerd halfuur toegekend;
3° aan de helpers wordt een vergoeding van 7 euro per gepresteerd halfuur toegekend.
De leden, de secretaris en de helpers die tot het Vlaamse overheidspersoneel behoren, hebben alleen recht op vergoedingen voor de prestaties die verricht zijn buiten de reglementaire werkuren.
§ 2. Zij worden bovendien vergoed voor de verblijfs- en verplaatsingskosten die de uitvoering van hun opdracht meebrengt, overeenkomstig de voor het Vlaamse overheidspersoneel geldende bepalingen.
Voor de toepassing van deze bepalingen worden de voorzitter en de leden van de examencommissie gelijkgesteld met de titularissen van een functie van niveau A, en de secretaris en de helpers met de titularissen van een functie B.
Artikel 36
De examencommissie stelt zijn huishoudelijk reglement vast, dat door de Minister wordt goedgekeurd.
Artikel 37
De Minister of zijn gemachtigde organiseert de examenzittingen, stelt de plaats en datum ervan vast, brengt ze ter kennis van het publiek en bepaalt de inschrijvingswijze voor de examens.
Er worden minstens drie sessies per jaar georganiseerd.
Artikel 38
Het inschrijvingsgeld voor het examen is vastgesteld op 25 euro. De Minister bepaalt de betalingswijze van het inschrijvingsgeld.
Het inschrijvingsgeld wordt in geen geval terugbetaald.