23 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs.
Titel III. Het rijbewijs
Hoofdstuk III. Het rijbewijs
Afdeling 1. Afgifte
Artikel 17
§1. Het rijbewijs komt overeen met het model van bijlage 1.
Het rijbewijs wordt uitgereikt door de overheid bedoeld in artikel 7, tegen afgifte van een degelijk ingevulde aanvraag om een rijbewijs. Het model van de aanvraag om een rijbewijs wordt bepaald door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Deze aanvraag bevat de toestemming van de aanvrager voor het gebruik van zijn foto en het elektronisch beeld van zijn handtekening uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals bedoeld in artikel 6bis, § 1, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, voor de vervaardiging van het rijbewijs.
Deze aanvraag is vergezeld van :
1° een foto van de aanvrager die voldoet aan de door de minister vastgestelde normen, indien de foto, bedoeld in het tweede lid, niet gebruikt kan worden voor de vervaardiging van het rijbewijs;
2° de verklaringen betreffende de lichamelijke en visuele geschiktheid of, in voorkomend geval, de attesten voorgeschreven in de artikelen 41, §§ 2 of 3, 44, § 5 en 45, tweede lid. Het attest voorgeschreven in artikel 44, § 5 is niet vereist indien de kandidaat houder is van een nog geldig rijbewijs, waarvoor het attest reeds aangeboden werd;
3° een verklaring op eer waarin gesteld wordt dat de aanvrager geen houder is van een Europees rijbewijs, behalve in het in § 2, 3 of 4 bedoelde geval;
4° in voorkomend geval, de rechtvaardiging van de ingeroepen vrijstelling van het theoretische examen of het praktische examen.
Het rijbewijs is uitgereikt binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van het slagen voor het praktische examen bedoeld in de artikelen 29, 2° en 33 en in artikel 21 van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E. Zoniet moet de kandidaat opnieuw scholing volgen en een nieuw theoretisch en praktisch examen afleggen.
Elk rijbewijs dat niet wordt afgegeven binnen een termijn van drie maanden na de aanvraag, wordt vernietigd door de overheid bedoeld in artikel 7.
De minister of zijn gemachtigde bepaalt de bestemming die moet worden gegeven aan de aanvraagformulieren.
§2. Indien de aanvrager, overeenkomstig artikel 27, 2°, een Europees rijbewijs of een buitenlands rijbewijs voorlegt, bedoeld in artikel 23, § 2, 1° van de wet, ondertekent hij een verklaring waarbij bevestigd wordt dat het rijbewijs authentiek en nog geldig is ; het rijbewijs wordt afgegeven aan de overheid bedoeld in artikel 7.
Indien het een Europees rijbewijs betreft, wordt het teruggezonden naar de overheid die het heeft uitgereikt, met vermelding van de redenen voor die terugzending. Indien het om een buitenlands rijbewijs gaat, wordt dat rijbewijs bewaard door de in artikel 7 genoemde overheid en aan de houder teruggegeven wanneer deze niet meer voldoet aan de voorwaarden die in artikel 3, § 1, voor het verkrijgen van een rijbewijs gesteld worden, tegen teruggave van het Belgische rijbewijs.
§ 3. Er mag geen rijbewijs worden afgegeven aan de aanvrager die reeds houder is van een Europees rijbewijs, behalve in het geval bedoeld in § 2.
Indien het Belgisch of Europees rijbewijs werd afgegeven na de inwisseling van een niet-Europees rijbewijs, mag een rijbewijs ook worden afgegeven als de titularis niet meer wenst dat code 70 bij een categorie vermeld wordt. In dit geval beroept de titularis zich niet op de vrijstelling bedoeld in artikel 27, 2°, volgt hij de in artikel 5, § 1 bedoelde scholing voorzien voor het bekomen van deze categorie, en bekomt hij een rijbewijs waarop code 70 niet langer vermeld wordt bij de categorie waarvoor de aanvraag om een Belgisch rijbewijs werd ingediend overeenkomstig de procedure bedoeld in § 1 en desgevallend bij andere categorieën overeenkomstig artikel 20. Het Belgisch of Europees rijbewijs met code 70 wordt teruggegeven aan de overheid bedoeld in artikel 7. Indien het een Europees rijbewijs betreft, wordt het teruggezonden naar de overheid die het heeft uitgereikt, met vermelding van de redenen voor die terugzending.
Er mag geen rijbewijs worden afgegeven aan de aanvrager die reeds houder is van een Europees rijbewijs die het voorwerp uitmaakt van een nationale beperking, een schorsing of een intrekking in een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte.
§ 4. De aanvrager die houder is van een nog geldig attest zoals bedoeld in artikel 69, § 2, bekomt een rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs dat enkel geldig is buiten het weekend en feestdagen, zoals bepaald in artikel 38, § 2bis, van de wet. De administratieve geldigheidsduur van dit rijbewijs is beperkt tot de duur van het verval waaraan de houder is onderworpen overeenkomstig artikel 38, § 2bis van de wet.
De aanvrager die houder is van een nog geldig attest zoals bedoeld in artikel 69, § 3, bekomt een rijbewijs dat enkel geldig is voor de categorieën waarop het verval niet van toepassing is. De administratieve geldigheidsduur van dit rijbewijs is beperkt tot de duur van dit verval.
In het geval bedoeld in artikel 69, § 8, derde lid, bekomt de aanvrager een rijbewijs geldig voor de categorieën waarop hij krachtens artikel 72, § 4, tweede lid, recht heeft.
In het geval bedoeld in artikel 69, § 9, derde lid, verkrijgt de aanvrager een nieuw rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs waarvan de administratieve geldigheidsduur wordt beperkt tot de duur bepaald in het attest in voorkomend geval. In voorkomend geval kan dit rijbewijs of dit als zodanig geldend bewijs hernieuwd worden met een nieuw rijgeschiktheidsattest met vermelding van voorwaarden of beperkingen, overeenkomstig artikel 73.
In de gevallen bedoeld in het eerste tot het vierde lid of in artikel 73/2, stuurt de griffier, indien de aanvrager houder van een Europees rijbewijs is, het Europees rijbewijs naar de overheid bedoeld in artikel 7 overeenkomstig artikel 69, § 2, vierde lid, § 3, vierde lid, § 8, tweede lid, en § 9, tweede lid en in artikel 73/2, § 3. Na toepassing van artikel 57, wordt het Europees rijbewijs teruggezonden naar de overheid die het heeft uitgereikt, met vermelding van de redenen voor die terugzending. Na het verstrijken van de duur van het verval van het recht tot sturen, kan de bestuurder een Belgische rijbewijs aanvragen overeenkomstig dit artikel.
Artikel 18
De minimumleeftijd voor het behalen van een rijbewijs is vastgesteld op :
1° 16 jaar voor de categorieën AM en G;
2° 18 jaar voor de categorieën A1, B, B+E, C1 en C1+E.
De leeftijd is evenwel vastgesteld op 16 jaar voor de houders van een Europees rijbewijs behaald in een andere lidstaat geldig voor de categorie A1;
3° 20 jaar voor de categorie A2.
De leeftijd is evenwel vastgesteld op 18 jaar voor de houders van een Europees rijbewijs behaald in een andere lidstaat geldig voor de categorie A2;
4° 21 jaar voor de categorieën C, C+E, D1 en D1+E.
Een kandidaat van ten minste 18 jaar kan evenwel een rijbewijs geldig voor de categorieën C, C+E, D1 en D1+E behalen, op voorwaarde dat hij houder is van een getuigschrift van basiskwalificatie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E;
5° 24 jaar voor de categorie A, behalve als de kandidaat sinds ten minste twee jaar houder is van een rijbewijs geldig voor de categorie A2, in welk geval de leeftijd 22 jaar is.
De leeftijd is evenwel vastgesteld op 20 jaar voor de houders van een Europees rijbewijs behaald in een andere lidstaat geldig voor de categorie A;
6° 24 jaar voor de categorieën D en D+E.
Een kandidaat van ten minste 18 jaar kan evenwel een rijbewijs geldig voor de categorieën D en D+E behalen, op voorwaarde dat hij houder is van een getuigschrift van basiskwalificatie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E.