<= =>

16 MAART 1968. - Wet betreffende de politie over het wegverkeer.

Titel V : Strafvordering, bevel tot betaling en burgerlijke rechtsvordering

Hoofdstuk I : Opsporing en vaststelling van de misdrijven

Afdeling 2. Speekselanalyse - Bloedproef

Artikel 62ter

§ 1. De in artikel 59, § 1 bedoelde overheidspersonen leggen een speekselanalyse voor het detecteren van de stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden op wanneer de speekseltest bedoeld in artikel 61bis, § 2, 2° de aanwezigheid aantoont van één van de stoffen bedoeld in artikel 37bis, § 1, 1°.

Onder de hieronder vermelde gehaltes wordt het resultaat van de speekselanalyse niet in aanmerking genomen.

Stof Gehalte (ng/ml)
Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC)10
Amfetamine25
Methyleendioxymethylamfetamine (MDMA)25
Morfine (vrij)5
Cocaïne of Benzoylecgonine10

§ 2. De kosten van de speekselanalyse zijn ten laste van de onderzochte persoon indien de overtreding bepaald in artikel 37bis, § 1, 1°, bewezen is.

§ 3. § 1 van dit artikel is niet van toepassing indien de speekseltest bedoeld in artikel 61bis, § 2, 2°, opgelegd werd in de gevallen bedoeld in artikel 61bis, § 1, 3°.

§ 4. De analyse van het speekselstaal geschiedt in een van de laboratoria die daartoe door de Koning erkend zijn.

De persoon van wie het speekselstaal is afgenomen, kan op eigen kosten een tweede speekselanalyse laten verrichten in het laboratorium waar het eerste heeft plaatsgehad, of in een ander door de Koning erkend laboratorium. In het eerste geval kan hij op de tweede analyse toezicht laten houden door een technisch raadsman van zijn keuze.

De Koning treft voorzieningen tot nadere regeling van de speekselanalyse. Hij stelt onder meer regels vast betreffende de wijze waarop het speekselstaal wordt genomen, bewaard en onderzocht, alsook betreffende de erkenning van de laboratoria.

§ 5. Het verzamelen van de gegevens die nodig zijn voor het afnemen van de speekselanalyse moet zich beperken tot wat strikt noodzakelijk is voor de vaststelling van de overtredingen van deze wet, die op een openbare plaats zijn begaan. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor gerechtelijke doeleinden in verband met de bestraffing van deze overtredingen.

Artikel 63

§ 1. De in artikel 59, § 1 bedoelde overheidspersonen laten de in 1° en 2° van die paragraaf bedoelde personen, een bloedproef ondergaan door een daartoe opgevorderde geneesheer :

in het geval de ademtest een alcoholgehalte van ten minste 0,22 milligram aangeeft per liter uitgeademde alveolaire lucht en een ademanalyse niet uitgevoerd kan worden;

in het geval noch de ademtest noch de ademanalyse uitgevoerd konden worden en betrokkene duidelijke tekenen van alcoholopname vertoont of zich blijkbaar bevindt in de toestand bedoeld in artikel 35;

in het geval noch de ademtest noch de ademanalyse uitgevoerd konden worden bij de personen bedoeld in artikel 59, § 1, 1°, en het onmogelijk is na te gaan of er tekenen van alcoholopname zijn;

indien de speekseltest minstens één van de stoffen detecteert bedoeld in artikel 37bis, § 1, 1° in een gehalte dat gelijk is aan of hoger dan het gehalte bepaald in de tabel van artikel 61bis, § 2, 2°, en een speekselanalyse niet uitgevoerd kan worden;

in het geval noch een speekseltest noch een speekselanalyse kon worden uitgevoerd.

§ 2. In het geval van § 1, 4° en 5° van dit artikel bestaat de bloedanalyse uit een kwantitatieve bepaling op plasma door middel van gas- of vloeistofchromatografie-massaspectometrie met gebruik van gedeutereerde interne standaarden voor een of meerdere van de navolgende stoffen; onder het overeenstemmende gehalte wordt de analyse niet in aanmerking genomen.

Stof Gehalte (ng/ml)
Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC)1
Amfetamine25
Methyleendioxymethylamfetamine (MDMA)25
Morfine (vrij)10
Cocaïne of Benzoylecgonine25

§ 3. De in 59, § 1 bedoelde overheidspersonen moeten op verzoek van de personen bedoeld in 1° en 2° van dezelfde paragraaf, en bij wijze van tegenexpertise, deze personen een bloedproef laten ondergaan door een daartoe opgevorderde geneesheer indien de ademanalyse, bekomen na toepassing van artikel 59, § 3, een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet.

§ 4. De kosten van het nemen van het bloedstaal en van de bloedanalyse komen ten laste van de onderzochte persoon :

indien de overtreding bepaald in artikel 34, § 2, 1°, bewezen is, of

indien de overtreding bepaald in artikel 37bis, § 1, 1°, bewezen is.

§ 5. Het inzamelen van de gegevens van de bloedproef bedoeld in § 1, 4° en 5° van dit artikel beperkt zich tot deze die strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de overtredingen van deze wet, die op een openbare plaats zijn begaan. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor gerechtelijke doeleinden in verband met de bestraffing van deze overtredingen.

§ 6. Voor de toepassing van artikel 34, § 3, wordt de in dit artikel bedoelde alcoholconcentratie van 0,22 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht teruggebracht tot 0,09 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht.

Artikel 64

Het artikel 44bis, § 3 en 4, van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing op de in artikel 63 bedoelde bloedproef.


<= =>

Nieuwe vraag en antwoord.

Editeer vraag en antwoord.